Partena
In het kader van de strijd tegen sociale fraude heeft de regering beslist om een register van gegevens over werkende vennoten en helpers te creëren in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) via de toepassing MyEnterprise. Vanaf 1 juli 2024 moet deze informatie worden verstrekt door de ondernemingen die onder deze nieuwe maatregel vallen. Er gelden administratieve boetes wanneer deze verplichting niet wordt nageleefd.
Op wie is dit van toepassing?
Deze verplichting geldt voor elke entiteit (vennootschap of individuele zelfstandige onderneming) die actief is in de bouw- en/of schoonmaaksector in België. De maatregel is in eerste instantie beperkt tot deze sectoren, maar kan later worden uitgebreid naar andere sectoren.
In een vennootschap wordt als "werkende vennoot” beschouwd: iedere houder van minstens één aandeel in een vennootschap die persoonlijk een reële activiteit uitoefent binnen die vennootschap zonder dat hij, voor deze activiteit, aangegeven wordt in het stelsel van de loontrekkenden.
De verplichting geldt eveneens voor een individuele zelfstandige onderneming met een of meer "helpers". Sommige helpers moeten echter niet worden aangegeven en zijn uitgesloten:
Meewerkende echtgenoten
Helpers vóór 1 januari van het jaar waarin ze 20 jaar worden, tenzij ze vóór die datum getrouwd zijn.
Toevallige helpers, van wie het werk niet regelmatig is en minder dan 90 dagen per jaar duurt.
Student-helpers die kinderbijslag krijgen
Welke gegevens moeten worden aangegeven en wanneer?
Vennootschappen zijn verplicht om accurate informatie te verstrekken over hun werkende vennoten. Zelfstandige werknemers moeten hetzelfde doen voor hun helpers. Het gaat om volgende gegevens:
Naam
voornaam
Rijksregister- of bisnummer
Begin- en einddatum van de activiteit als werkende vennoot of helper in de onderneming
Wat de deadlines betreft, moeten de gegevens over de inschrijving van werkende vennoten en helpers worden meegedeeld VOORDAT ze aan het werk gaan. De datum waarop de activiteiten worden beëindigd, moet uiterlijk vijftien dagen na de stopzetting worden meegedeeld.
Voor degenen die met hun activiteiten zijn begonnen tijdens de periode van zes maanden na de inwerkingtreding, moet de informatie echter vóór het einde van dit semester worden verstrekt. Voor degenen die hun activiteiten al uitoefenden op het ogenblik van inwerkingtreding, loopt de periode ook tot het einde van het semester na de inwerkingtreding.
Welke sancties riskeert een entiteit in geval van niet-naleving?
Bij overtreding van deze maatregel voorziet de wet in een administratieve boete van 500 tot 4.000 euro.